Herken je dit?

Op het moment dat iemand overspannen (of een stap verder: met een burn-out) uitvalt van werk, zegt de omgeving vaak: dat zagen we allang aankomen! Hoe komt het dan toch dat het vaak zo ver moet komen? Daar zijn een aantal redenen voor.

Als je langdurig onder spanning staat (vaak deels omdat je te veel van jezelf verwacht):

1.      Neemt je reflectievermogen af: je kunt letterlijk niet meer objectief naar jezelf kijken.

2.      Ben je een kei geworden in het negeren van je gevoelens en heeft je ratio het stuur in handen. Als de spanning aanhoudt of erger wordt, ga je meer van hetzelfde doen: dus nog meer naar je hoofd luisteren en minder naar je gevoel. En je hoofd vertelt je: ik moet gewoon nog even volhouden, tot… (de vakantie, je collega terug is, het project af is, de kinderen naar school gaan enz.)

3.      Ben je bang de controle te verliezen (want ergens heeft je systeem echt wel door dat het niet goed gaat). Liever dit dan een onbekende weg in slaan. (want als ik nu ga stilstaan dan…) Hulp vragen is gevoelsmatig onmogelijk.

Als werkgever, collega, partner enz. is het ongemakkelijk om het aan te kaarten: want misschien heb je het wel mis, zie je het verkeerd en valt het wel mee. Je vraagt voorzichtig: “Gaat het wel goed met je” en krijgt òf een heel overtuigend antwoord, waardoor het lijkt dat de ander precies weet waar hij/zij mee bezig òf een sneer: “waar bemoei je je mee” (blijf van me af en kom niet aan het systeem wat ik heb opgebouwd). Dan denk je al snel: “laat maar, dan moet hij het zelf maar weten”.

Omdat het altijd moeilijk is om uit je (ooit goed werkende) patronen te stappen en iets nieuws aan te leren, is het soms ook gewoon nodig om flink je neus te stoten, zodat je denkt: “dit nooit meer”. Dat is een fantastische motivatie om het roer om te gooien en nieuwe dingen uit te proberen. Veel mensen zien (achteraf) hun burn-out als een zegen, omdat het ze geleerd heeft om de dingen anders aan te pakken en gelukkiger te worden. Toch denk ik dat veel (soms onnodig) leed voorkomen kan worden als mensen met spanningsklachten eerder hulp zouden vragen of accepteren. Hierbij een paar tips die mogelijk kunnen helpen om dit te bereiken. Help je mee?

 Voor de omgeving

Als je je zorgen maakt over iemand, zoek dan een rustig moment uit en neem de tijd om het te bespreken:

  • Maak een afspraak om ergens ongestoord te gaan zitten.
  • Neem tijd voor het gesprek, zodat de ander letterlijk even tot stilstand komt.
  • Kijk de ander aan, zorg voor echt contact.
  • Uit je zorg letterlijk.
  • Benoem met voorbeelden (van gedrag) waarom je je zorgen maakt. (je lacht al een hele tijd niet meer, je slaat je pauzes over, je begint fouten te maken, je ziet er slecht uit, enz.)
  • Laat je niet afschepen met een ontwijkend, boos of bagatelliserende reactie. Besef dat dat waarschijnlijk afweermechanismen zijn, omdat de ander het (onbewust) heel eng vindt en zichzelf graag wijsmaakt dat er niets aan de hand is.
  • Toon hiervoor begrip en deel je kennis (of misschien zelfs je eigen ervaring?) dat het heel moeilijk is om aan jezelf toe te geven dat het niet meer wil, teveel is of je geen oplossing meer ziet. Dat dat juist een deel van het probleem is en moed vraagt. En dat de ander zich niet hoeft te schamen.
  • Bied eventueel al hulp aan (denk aan het overdragen van een paar taken, een voorstel voor een time out of weekendje weg enz.)
  • Vraag de ander er even over na te laten denken en plan een nieuw gesprek over een paar dagen.

Check eventueel bij anderen in de omgeving of die zich ook zorgen maken en vraag hen om hulp of ga het gesprek samen aan.

Besef dat je met deze inzet (want gemakkelijk is het niet) investeert in je relatie op de lange termijn.

Voor degene met stressklachten

Vul het overzicht van stresssignalen in. Je krijgt zo meer inzicht en word je ervan bewust hoeveel klachten mogelijk vanuit stress veroorzaakt worden.

Wees je ervan bewust dat er veel gedachten door je hoofd gaan die niet helpen om beter voor jezelf te zorgen (bijvoorbeeld: “dat moet je toch zelf kunnen?” ,“als ik niet doorzet gebeurt er iets ergs” of “wat ben ik toch een loser”). Sta daar eens bij stil, dan beginnen ze je op te vallen. Deze gedachten spreken niet altijd de waarheid, maar horen bij het patroon dat maakt dat je maar door blijft gaan.

Blijf niet in je eentje rondlopen met waar je mee worstelt. Iedereen heeft wel eens hulp nodig! Ook (of juist) de mensen die jij succesvol of inspirerend vindt. Zoek iemand op die je vertrouwt. En bedenk: zo graag als jij altijd voor anderen klaar staat (want dat geeft een goed gevoel), zo graag doen anderen ook wat voor jou.

Je hoeft de oplossing niet al te hebben. Het is logisch dat je die niet ziet. Zoals jij oplossingen voor anderen bedenkt, kunnen zij nu met jou meedenken.

Wil je het toch zelf doen of zoek je meer informatie? Kijk op wijzijnmind.nl